Elektriciteit

Elektriciteit

donderdag 16 februari 2012

de techniekrubriek

De techniekrubriek


deze week in de techniekrubriek: elektromotoren.

De elektromotor: algemeen.
Een elektromotor is een motor die aangedreven wordt door elektriciteit.
Natuurlijk bestaan er verschillende motoren met elk hun eigenschappen, voordelen en nadelen.
Ze bestaan in verschillende formaten, vanaf de grootte van een GSM, tot de grootte van een huis, en nog groter indien nodig.

Een elektromotor zet de elektrische energie om in een draaiende mechanische beweging.
Wat we willen bereiken zal dus nog moeten omgezet worden van een draaiende beweging, naar de beweging die we nodig hebben. Zo heb je bijvoorbeeld een elektrische waterpomp, wat eigenlijk gewoon een elektromotor is met daar een pomphuis op geplaatst.



De asynchrone 3 fase wisselstroommotor.
Dit is een veel gebruikte motor, vooral in de industrie. Hiervoor heb je wel 3 fasen voor nodig, wat veel huizen niet hebben.
De motor werkt op het draaiveld principe. Hierbij zien we dat als we de 3 even grote spoelen 120° ten opzichte van elkaar zetten, dat je een draaiend magnetisch veld hebt wanneer we de 3 fasen op de 3 spoelen zetten. In België heeft het elektriciteitsnet een frequentie van 50 hertz, dit wil zeggen dat er 50 keer per seconde gewisseld wordt van L1 naar L2 en omgekeerd. Vandaar wisselstroom.
Het draaiveld zal hierdoor ook een frequentie hebben van 50 hertz.
De 3 spoelen bevinden zich in de stator. De stator is het vaststaande gedeelte van de motor.
In de rotor ( het draaiende gedeelte) vinden we een ijzeren kern. Deze kern is opgebouwd uit lamellen van siliciumijzer dat hysteresisch verliezen tegengaat. In deze kern zijn koperen kortsluitstaven aangebracht, om een goede geleiding te voorzien.
Door het magnetisch veld in de stator gaat er een stroom geïnduceerd worden in deze ijzeren massa.
Deze stroom kan zeer hoog oplopen vanwege de kortsluitstaven.
Door deze geïnduceerde stroom gaat er een magnetisch veld ontstaan in de rotor.
Door dit magnetisch veld ontstaat er een bewegende kracht waardoor de motor draait.

Het grootte voordeel aan deze motor is de gemakkelijke en relatief goedkope productie.
Het nadeel is dat je 3 fasen nodig hebt en het toerental van ongeveer 2800 toeren per minuut dat enkel maar aanpasbaar is met een frequentiesturing. Deze frequentiesturing is redelijk duur.

                                                        3 fase asynchrone wisselstroommotor


De asynchrone monofase wisselstroommotor.
Deze motor werkt op ongeveer hetzelfde principe als de vorige, het enige verschil is dat we geen draaiveld hebben, maar dit draaiveld wordt gesimuleerd door een condensator, met een faseverschuiving van ongeveer 90°. er wordt dus een 2de fase gemaakt die 90° verschoven is ten opzichte van de hoofdfase. Deze hulpfase dient alleen maar om de motor te starten omdat het magnetisch veld van de rotor dan zal draaien als de motor reeds gestart is.
Vele motoren zijn dan ook uitgerust met een speciale centrifugaalschakelaar die de hulpfase uitschakelt bij een normaal toerental. ( bij start is het toerental lager voor enkele seconden)

het voordeel is dat je maar een monofase aansluiting nodig hebt.
Nadeel is dat het rendement iets lager ligt vanwege de condensator.

                                                   monofase asynchrone wisselstroommotor
                                                condensator zit in zwarte behuizing hier onder

 
De synchrone wisselstroommotor.
Deze motor werkt op een ander principe dan de asynchrone motor. Bij deze motor wordt er met een gelijkstroombron een magnetisch veld in de rotor gemaakt dat altijd constant blijft. Hierdoor volgt de rotor het draaiveld van de stator, met als gevolg een perfect constant toerental van 3000 toeren per minuut, zelfs bij veranderde belasting.
Door de beweging van de rotor kan je niet gewoon een draad aansluiten om de elektriciteit op de rotor te brengen. We moeten hiervoor koolborstels brengen op sleepringen. Hierdoor ontstaat en sleepverbinding. Deze verbinding verslijt na een tijdje, wat dus 1 van de grote nadelen is van deze motor.

                                                             koolborstels met sleepringen

Deze motor kan ook gebruikt worden als generator. Dit wil zeggen dat je een draaiende beweging op de as van de motor gaat zetten, en deze elektriciteit gaat opwekken. Op dat moment is de motor een generator. Dus is zeer handig om elektriciteit te maken, maakt tegelijkertijd ook een groot nadeel.
Want dit wil zeggen dat als je de motor wil starten, hij eerst nog elektriciteit gaat leveren, omdat je de motor op een speciale manier moet starten. De motor kan namelijk niet zelf starten van 0 naar 3000 toeren. Hierdoor moeten we de motor dus eerst koppelen aan het net als generator.
Daarna kunnen we hem gebruiken als motor.
Als generator wordt deze machine veel gebruikt, onder andere in de elektriciteitscentrales en bijvoorbeeld de noodgroepen.

   synchrone wisselstroommotor ( toegepast in een elektriciteitscentrale met redelijk groot formaat)

 
De gelijkstroommotor.
De gelijkstroommotor is een motor die op gelijkstroom werkt. Dit is een stroom die een vaste polariteit heeft. ( een vaste plus en vaste min) hierdoor kan je geen draaiveld bekomen. Bij dit type motor gaan we een wisselend magnetisch veld bekomen door de collector of comutator. Deze gaat de + en – kant draaien, met de beweging van de rotor. In de stator maken we een polariteitvast magnetisch veld. Hierdoor krijgen we een draaiende kracht tussen de 2 magnetische velden en gaat de rotor draaien.

Voordeel van deze motor is dat het toerental zeer gemakkelijk te regelen is.
Nadeel is dat je gelijkstroom nodig hebt, wat zo goed als niemand thuis heeft, buiten van een batterijtje, wat natuurlijk niet genoeg is voor een motor. Deze motoren worden vooral toegepast bij trainen en trams, die hun eigen gelijkstroom maken.

                                                                     gelijkstroommotor

De universeelmotor.
Deze motor heeft dezelfde bouw als een gelijkstroommotor, maar wordt anders geschakeld, zodanig dat deze op wisselstroom werkt. Hierbij wordt de statorwikkeling is serie gezet met de rotorwikkeling. ( zie schema hieronder) . Deze motor kan ook gemakkelijk geregeld worden op vlak van toerental, en kan dus op wisselstroom aangesloten worden, maar verslijt redelijk snel.
Deze motor zal je veel zien in alledaagse kleine elektrische gereedschappen en huishoudtoestellen zoals een boormachine of een mixer.

                                                             schema van de universeelmotor

Dat was het voor deze week.
Volgende week zal ik wat meer uitleg geven over de verschillende soorten elektriciteit.
Dat zal een aantal dingen van deze week verklaren zoals 3 fasen wisselstroom.
Tot volgende week.

( bericht geschreven door Jeroen van 7I.E).






maandag 13 februari 2012

Eindwerk

7I.E is de voorbije weken begonnen met hun eindwerk.
De komende weken gaan we jullie meer informatie meedelen i.v.m. ons eindwerk.
Ieder van ons zal hun doel en beschrijving weergeven en dat project word gerealiseerd
tegen het einde van het jaar. Het wordt op het einde van het jaar voorgesteld aan een Jury.
Die ons dan de nodige puntenindeling geeft en zal uitmaken of we ons diploma behalen of niet.
Greetz from de klas 7 Industriële Elektriciteit Gito Tervuren.
(Bericht aan onze trouwe lezers: Geef gerust onze site door)

vrijdag 10 februari 2012

de techniekrubriek

De techniekrubriek


deze week in de techniekrubriek: sensoren.

Allereerst wil ik mijn verontschuldigingen aanbieden vanwege de lange tijd dat er geen
techniekrubriek is geschreven.
Dit komt omdat ik het de laatste tijd zeer druk heb met mijn eindwerk (een automatisch palettenmagazijn) waar ook een aantal van deze sensoren in gebruikt worden.

De sensor.

nu ik toch de tijd gevonden heb om verder te werken aan de techniekrubriek zou ik het graag willen hebben over sensoren. Dit zijn namelijk de zintuigen van een elektrische of elektronische schakeling. Ze zijn noodzakelijk om processen automatisch te laten verlopen. Sensoren vinden we overal terug, dit kan gaan van de moeilijkste industriële automatische processen tot in een televisietoestel. ( sensor voor de afstandbediening).
Sensoren zijn dan ook in een breed gamma verkrijgbaar. Er zijn ook verschillende types, afhankelijk van wat we willen zien, voelen, ruiken, horen of proeven.

De verschillende types.
Er zijn onnoemelijk veel types van sensoren, ik zal het hebben over een aantal basistypes, dewelke we vaak gaan gebruiken in 'simpele' automatische processen of toestellen.
Elk van deze types heeft dan ook nog eens een groot aanbod van verschillende afmetingen.


 
De eindeloopcontacten.
Dit zijn niet echt sensoren maar hefbomen die een mechanische beweging omzetten naar een elektrisch signaal. Zij 'voelen' dus een beweging. Ze worden gebruikt op in bijvoorbeeld liften, transportbanden, bouwkranen en dergelijke.
                                                               
                                                                      eindeloopcontacten

De inductieve sensor.
Dit is een sensor die metalen voorwerpen detecteert, er hoeft geen aanraking te zijn, maar het voorwerp moet er wel zeer dicht bij zijn om detectie te hebben. Deze sensor wordt bijvoorbeeld gebruikt in sorteermachines, om metalen van andere materialen te scheiden.

                                                                            inductieve sensor

 
De capacitieve sensor.
Deze sensor merkt zowat elk materiaal op dat er bestaat, zolang het maar een vast voorwerp is, of een vloeistof. Geen gassen. Ook bij deze sensor is er geen aanraking nodig, maar moet het voorwerp of de vloeistof wel zeer dichtbij de sensor zijn. Deze sensor wordt gebruikt om bijvoorbeeld plastic voorwerpen te detecteren, of voor een niveaumeting van vloeistoffen waarbij het niet noodzakelijk is om zeer nauwkeurig te meten.
                                                                   capacitieve sensoren


Het Reed contact ( uitgesproken als riet)
dit is een speciaal contact dat enkel maar magneten detecteert, zowel permanente als elektromagneten. Dit is bijvoorbeeld handig als je iets wil detecteren in een metalen voorwerp.
Zo wordt de stand van een pneumatische cilinder bijvoorbeeld gecontroleerd.
In de stang binnen in de cilinder zit een magneet, het reedcontact zal een elektrisch signaal geven als deze stang voorbij komt.

 
De druksensor.
Dit is een sensor waarmee we een druk gaan meten, die we elektrisch kunnen uitlezen.
Dit kan bijvoorbeeld waterdruk zijn, maar ook gasdruk, luchtdruk en dergelijke.
Deze sensor vinden we bijvoorbeeld terug in condensatieketels, om de waterdruk te controleren, zowel sanitair water als centrale verwarming, maar ook op een compressor en bij de nieuwste wasmachines.

Het rekstrookje.
Dit is een speciaal strookje, waarmee we een elektrische uitlezing krijgen van gewicht. Dit werkt op het principe van de reking van een materiaal als er gewicht op komt te staan. Dit vinden we bijvoorbeeld terug op een digitale weegschaal, zoals veel mensen thuis gebruiken om hun te wegen.
Maar dit wordt ook gebruikt op de grote bascules om bijvoorbeeld vrachtwagens te wegen, natuurlijk in iets grotere maten dan.

De PTC en NTC weerstanden.
Dit zijn sensoren die een temperatuur kunnen meten. Ze bestaan uit een elektrische weerstand die gaat veranderen naarmate de temperatuur stijgt of daalt.
De weerstand van een PTC gaat stijgen naarmate de temperatuur stijgt, de weerstand van een NTC gaat dalen naarmate de temperatuur stijgt. Deze sensoren vinden we bijvoorbeeld terug in de buitenvoeler van de nieuwe centrale verwarmingen, en in digitale thermometers.

                                                                          PTC weerstand

De optische sensor
de optische sensoren werken doormiddel van een lichtstraal, meestal infrarood licht.
In dit type onderscheiden we 2 groepen: de optische sensoren met gescheiden zender en ontvanger en de optische sensor met zender en ontvanger in 1 behuizing met reflector.
Het eerste type heeft het voordeel dat deze veel nauwkeuriger is, hierdoor kunnen we kleine voorwerpen gaan detecteren. Er wordt een lichtstraal van de zender naar de ontvanger gestuurd, als het voorwerp de lichtstraal blokkeert, dan krijgen we een signaal.
Bij het 2de type, met reflector, gaan we werken met grotere objecten, bijvoorbeeld grote dozen, of bijvoorbeeld mensen. Heel vaak werkt een deurbel van een winkel op deze manier. De sensor stuurt een signaal naar de reflector, die de lichtstraal terug stuurt naar de zender, waar dan ook een ontvanger in zit. Deze wordt dan juist voor of na de deur gezet. Als we door de lichtstraal lopen gaat de sensor een signaal geven zodat de bel gaat werken.

Om zeer kleine voorwerpen ( bijvoorbeeld met grote van 5 mm) gaan we moeten werken met optische kabels, of fiberglaskabels. Hiermee kunnen we zeer geconcentreerd een fijne lichtstraal sturen, die volledig onderbroken is bij deze kleine voorwerpen.

Het grote voordeel van de optische sensoren is dat ze een grote afstand kunnen overbruggen, soms zelfs enkele meters, hierdoor moet het voorwerp niet vlak bij de sensor voorbijgaan om een detectie te hebben.

                                         optische sensor met zender en ontvanger in 1 behuizing

Volgende week zal ik het hebben over elektromotoren.





( bericht geschreven door Jeroen van 7I.E).




maandag 6 februari 2012

Laatste 100 dagen

Voor de laatste 100 dagen 2 weken geleden zijn we met 3 klassen naar de paintball in Merchtem indoor geweest. Daar hebben we de 3 klassen in 2 ploegen gesplitst 1 ploeg was 6 EE en de 2de ploeg was 7 IE met 7 Ka. We hebben verschillende matchen gedaan. Daarna zijn we naar de macdonalds geweest allemaal te samen.

Geschreven door Yannick S & Laurens D.